Gerrit Steunebrink beschrijft de complexe relaties tussen staat, civil society en privé-sfeer en betrekt ze op de actuele positie van de islam in Nederland. Hij laat zien dat de opvatting dat ‘de islam’ een bedreiging vormt voor de principes van de rechtsorde een mythe is die door politici en media wordt gevoed. Hij ontzenuwt deze mythe door de islam in Nederland te begrijpen als een migrantenreligie en te wijzen op het feitelijk overwegend rechtmatige gedrag van moslims in Nederland. Ook stelt hij de mythologiserende retoriek die vaak het debat over de islam beheerst, aan de kaak.
Gerrit Steunebrink vindt islamitische kunst te vaak afwezig in presentaties van de islam, terwijl ze een uitstekend middel is om op niet polemische wijze godsdienst en cultuur te leren kennen. Door de islamitische dichtkunst te bekijken vanuit een hoofdstuk van haar westerse, christelijke receptie en door de islamitische beeldende kunst te confronteren met het joods-islamitische beeldenverbod, ontstaat een onverwacht perspectief op verschil en overeenkomst tussen deze grote godsdiensten.
De islam is met recht een vreemde verwant of een verwante vreemdeling voor velen in de westerse wereld. Deze bundel neemt de godsdienst van de islam als invalshoek, en kiest daarbij de vergelijking met het christendom als belangrijkste leidraad.
We discussiëren de laatste tijd wat af over de islam. Flinke, inmiddels politiek correcte uitspraken over deze monotheïstische wereldgodsdienst zijn niet van de lucht: een primitieve woestijncultuur, een antimoderne godsdienst zonder enige vorm van Verlichting, zonder scheiding tussen kerk en staat. Menig ‘deskundige’ geeft zijn of haar opvattingen ten beste op radio en televisie. Vooral na 11 september 2001 is er een opmerkelijke eensgezindheid in het oordeel dat de westerse, christelijke cutluur superieur is aan de oosterse, islamitische godsdienst en cultuur.