Eelke de Jong, bestuurslid van het Thijmgenootschap, heeft een opiniestuk geschreven voor het Friesch Dagblad en het Reformatorisch Dagblad. Hieronder vindt u de tekst.

Een aantal jaren geleden begonnen de boerenprotesten met trekkers voor het provinciehuis in Leeuwarden. De desbetreffende gedeputeerde liet een delegatie binnen voor overleg. Ik heb in familiekring daar heftige kritiek op geuit, naar mijn mening moet je nooit overleggen met mensen die met geweld de toegang eisen. Ik had er niets van begrepen, was de reactie. Dit was een zeer goede ‘bestjoerder’. In dit artikel wil ik uitleggen waarom ik vind dat een bestuurder nooit onder dwang moet overleggen en dat we de afgelopen weken moreel tot een zeer laag peil zijn gezonken. 

Allereerst een persoonlijke ervaring. Toen mijn vrouw en ik in de tweede helft van de jaren negentig ons tweede pleegkind kregen, merkten we dat de wet was veranderd. Het paarse kabinet had besloten dat biologische ouders altijd het voordeel van de twijfel moesten hebben. Het gevolg was dat kinderen eerst mishandeld moesten worden, voordat er werd ingegrepen. Samen met anderen probeerden we de politiek door middel van brieven en ingezonden stukken tot een wijziging van de wet te overtuigen. Het mocht niet baten. Onze brieven werden geweigerd, tot ik mijn titels ging gebruiken. Toen werden enkele, niet alle, gepubliceerd. Uiteindelijk is het beleid veranderd nadat een kind dood in de kofferbak van een auto was gevonden. Deze dode was niet nodig geweest als de politiek had willen luisteren naar de eerder geuite zorgen. Ongeveer tegelijkertijd speelde ook iets anders. Ik meende iets  met schippers. Prompt gingen die met hun schepen de scheepvaart blokkeren. Natuurlijk  kregen ze wel aandacht en ik meen me te herinneren ook grotendeels hun zin. 

Dit brengt me bij mijn eerste bezwaar tegen de trekker-acties van de boeren. Het is een pure vorm van geweld om aandacht te krijgen voor het eigen probleem. Boeren vinden dat hun problemen belangrijker zijn dan: mensen  met long-Covid, mensen die al jaren op een woning wachten, asielzoekers, kinderen die te weinig begeleiding op school krijgen. Ga zo maar door. Iedereen die een probleem heeft maar geen machtswapen om zijn of haar probleem met geweld op de tafel van de bestuurder te krijgen. Daarom moet een bestuurder vanaf het allereerste begin duidelijk maken dat veel te bespreken valt maar nooit met het mes op tafel op welke manier dan ook. Dat tijdens een bijeenkomst iemand een keer emotioneel wordt en dan even verbaal uitvalt naar een vermeende tegenstander is niet te voorkomen en voor mij acceptabel. Emoties moet hun weg vinden, maar daarna is er weer het overleg. Daarom vind ik dat al een paar jaar geleden duidelijk gemaakt had moeten worden dat het gebruik van trekkers op plaatsen waar dat verboden is, zwaar gestraft wordt en dat er geen overleg is met boerenorganisaties die dergelijke acties direct of indirect steunen.   

Dit brengt me bij de rol van de politie. In onze samenleving heeft de politie als taak om zonder aanziens des persoons de orde te handhaven. De gebeurtenissen van de laatste weken zetten grote vraagtekens bij dit ‘zonder aanziens des persoons’. Men reageerde erg traag op het zoeken naar de daders van de stortingen van afval op snelwegen: ‘er staat geen bordje bij’. Ook hoorde je niets over bekeuringen of arrestaties, terwijl op foto’s de personen duidelijke te herkennen zijn en er trekkers op staan met kenteken. Hoezo moeilijk te achterhalen? Ik kan er nog wel begrip voor opbrengen als men niet direct op de snelweg een hele stoet boeren arresteert en trekkers in beslag neemt. Dat kan tot onnodig geweld leiden, maar zo snel mogelijk daarna moet het wel gebeuren. Ik hoor niets daarover. Neen, nog erger, in een interview stelt politiechef Willem Woelders: ”Veel politiemensen hebben begrip voor de positie van de boeren, ik ook. Je zult maar jarenlang geïnvesteerd hebben en je voortbestaan staat op het spel.” Dat mag hij denken, maar als politiechef nooit in een interview zeggen. Het impliceert immers: waar de politie begrip voor heeft laat ze lopen, waar ze geen begrip voor heeft (Mohammed die weer voor een baan is afgewezen) pakt de politie aan. Hiermee is het beeld van de politie als onafhankelijke partij zeer ernstig beschadigd. Het kan alleen maar leiden tot nog ernstiger vormen van geweld, zoals het intimideren van de aannemers die de rommel wilden opruimen. Dat zijn naar mijn mening regelrechte maffia praktijken.  

Het geweld van de afgelopen weken gebeurt niet in een leegte. Het wordt door de omgeving gesteund. Mij viel bij sommige demonstraties op dat er aanhangwagens vol jongelui in de middelbare school leeftijd aanwezig waren. Welke ouder wil zijn kind opvoeden met het idee dat je vakantie kunt vieren door een barbecue op een snelweg te houden? Als iets vergelijkbaars in de stad was gebeurd had iedereen geroepen dat die Marokkaanse ouders hun kinderen moeten opvoeden. Wij als blanke autochtonen dan?  Ook vanuit de politiek en kerk heb ik weinig tot niets gehoord, burgemeester Bruls uitgezonderd. Blijkbaar heeft men niet door dat de rechtsstaat en het recht ten grave zijn gedragen of durft men vanuit electoraal of ander belang niets te zeggen of ondernemen. Ik kan er geen begrip voor opbrengen.

Mijn constatering is dat door de gebeurtenissen rond de boerenprotesten, we als autochtonen in elk debat over de rechtsstaat en integratie van vreemdelingen in onze samenleving met 10 – 0 achter zijn komen te staan. We zijn moreel failliet. Ik schaam me diep voor alles waar ik me van oudsher mee verbonden voel: het platteland, de christen democratie, de kerk. Ik hoop dat door dit artikel de leden van deze gemeenschappen en met name hun leiders hun verantwoordelijkheid nemen en ervoor zorgen dat, voordat iemand zich doodrijdt in afval op de snelweg, belangen met argumenten worden onderbouwd en naar voren gebracht en niet met geweld. 

Prof.dr. Eelke de Jong 

Emeritus hoogleraar Internationale Economie 

Radboud Universiteit Nijmegen