Deze bundel is ontstaan naar aanleiding van het congres dat het Thijmgenootschap samen met de Adelbert Vereniging, de Stichting Thomas More en de Stichting Sobrietas hield in oktober 2013, met als titel: ‘Versobering: Levenskunst of Drama?’
De maatschappij kent een beweging waarin consumentisme van kritische kanttekeningen wordt voorzien. Voor mensen in deze groep is soberheid niet alleen noodzaak, maar draagt het woord een positieve klank in zich. Die positieve lading heeft diepe wortels. De Nederlandse, westerse cultuur kent een lange traditie waarin mensen bewust afstand namen van materiële zaken. In de bundel halen we twee van deze tradities naar voren, een jonge en een oude.
De jonge traditie is die van de cultuurfilosofische kritiek op consumentisme, sterk ingegeven door de ecologische crisis, die een grondige herziening van de markteconomie nodig zou maken. Met name binnen linkse partijen is deze kritiek afgelopen decennia uitbundig beleden.
In deze bundel laat Wijnand Duyvendak zien dat de versobering van buiten moet komen en niet van binnenuit. In dezelfde lijn beschrijft Marius de Geus de overgang van soberheid als noodzaak naar soberheid als ideaal. Dirk Geldof laat zien dat een veranderende persoonlijke instelling niet voldoende is. Forse politieke en macro-economische kennis is noodzakelijk én mogelijk op een weg naar ‘welvaart zonder groei’. Cultuurkritiek klinkt ook door in de bijdrage van Jeanine Schreurs. Ze presenteert een historische schets van de betekenissen van zuinigheid, waarin religieuze (Calvijn) en economische (Smith) betekenissen de revue passeren.
De tweede traditie van positief denken over soberheid is veel ouder: het christendom. Charles van Leeuwen legt een paradox bloot in het kloosterleven: de monastieke levensstijl veronderstelt een aantal degelijke basisvoorzieningen en daarmee een materiële welstand.
In deze Thijmbundel worden drie teksten uit het boek ‘Over hemel en aarde’ besproken.
Het optreden van de nieuwe paus Franciscus heeft het christelijk denken over eenvoud in levensstijl flink gestimuleerd. De noties ‘soberheid’ en ‘sobere stijl’ zijn bij uitstek van toepassing op deze kerkvorst. Deze bundel bevat drie teksten van zijn hand. Het gaat om drie hoofdstukken uit de bundel Over hemel en aarde (vertaling uit het Spaans, uitgeverij Lannoo), die Bergoglio als kardinaal heeft geschreven. Het zijn dialogen met de joodse voorman Skorka, waarin een veelheid van thema’s de revue passeert.
In zijn commentaar op het hoofdstuk ‘Over geld’ haakt Arjan Broers aan bij cultuurkritische noties. Iemand die zegt dat hij ‘een rijk leven’ heeft gehad doelt op een immateriële component. Uit de economische crisis kunnen we leren dat kapitaal ondergeschikt moet zijn aan morele doelen en mensen moet helpen. Fred van Iersel voorziet het hoofdstuk ‘Over politiek en macht’ van achtergronden. Hij betoogt dat de kracht van paus erin ligt dat zijn levensstijl correspondeert met kernidealen van de christelijke traditie. Franciscus van Assisi speelt een grote rol in het commentaar dat Willem Marie Speelman geeft op de pauselijke tekst over armoede.
Marcel Becker en Theo Wobbes, redactie