thijm_91-2

91

Hoop doet leven. Een spreekwoord is vaak een cliché. Evenzo is een spreekwoord vaak waar. In deze essaybundel schrijven artsen en andere hulpverleners over hoe zij deze waarheid hanteren. Zij proberen een midden te vinden tussen de onomstotelijkheid van de medische diagnose en veerkracht van de patiënt. Aan hen de zware taak een slecht bericht te brengen en tegelijkertijd – ondanks de schok van de boodschap – steun te geven.

Hoop als helpende hand draagt bij aan het nadenken over levensbedreigend ziek-zijn, vanuit het perspectief van de arts en hulpverlener en vanuit het perspectief van de patiënt. De essays laten zien hoe moeilijk het is om arts, medemens en god te zijn. Want dat is de taak van een arts in onze tijd: te diagnosticeren, te behandelen (of niet meer te kunnen behandelen), te genezen (of dat niet meer te kunnen), te weten hoe een mens reageert op medische onheilstijdingen, te weten hoe die éne mens reageert, en tenslotte ook nog een meer dan alleen medisch antwoord te hebben op de vraag: ‘Wat nu, dokter?’ In het antwoord dat een arts of hulpverlener dan geeft, speelt de hoop een belangrijke rol.

Het boek opent met een filosofische en theologische beschouwing over hoop. De volgende bijdragen zijn geschreven door artsen en hulpverleners. Zij gaan over de rol die de hoop speelt of kan spelen in de medische praktijk. De bundel eindigt met een pastorale visie op hoop.

Hoop als helpende hand verschijnt als aflevering 91.2 in de reeks Annalen van het Thijmgenootschap.