thijm_98-2

98

Kunnen wij onszelf geestelijk verheffen zoals de Baron von Münchhausen zichzelf lijfelijk uit het moeras verhief? Kunnen wij onze geest zó vormen, dat wij de ‘geestelijke adeldom’ verwerven?

Ja, dat kunnen wij, als we ons houden aan het aloude gezegde ‘Niet klagen, maar dragen en bidden om kracht’. We moeten werk maken van de cultura animi, de veredeling van de ziel, de vorming van de geest. Dat vereist een wilsakt, met andere woorden: daadkracht van de eigen, vrije wil.

Het begin, én meteen ook de beste methode daartoe, is de zelfbeheersing, de deugd van de matigheid, de deugd van de goede balans en het juiste midden. Beheersen wij onze zinnen, dan is dat de eerste, maar ook de belangrijkste stap op weg naar onze verheffing als mens. Het nastreven van deze verheffing, het pad daarnaartoe, is de rechte weg, de weg van het goede leven. Deze weg kan vervolgens worden gevonden in Jezus Christus, Die immers ‘de Weg, de Waarheid en het Leven’ (Joh. 14: 6) is. Zo komen we uiteindelijk, onvermijdelijk, bij God Zelf terecht, doel en eindbestemming van iedere mens op aarde.

Sebastiaan Roes (Groenlo, 1971) studeerde middeleeuwse geschiedenis en notarieel recht, promoveerde cum laude op een proefschrift over de geschiedenis van het Nederlandse erfrecht en is als hoogleraar verbonden aan het Centrum voor Notarieel Recht van de Radboud Universiteit Nijmegen. Sinds 2008 is hij secretaris van het Thijmgenootschap. Daarnaast is hij o.a. secretaris van een Nijmeegs parochiebestuur en bestuurslid van de Vriendenkring van Robert Regout sj († Dachau, 1942).

Een pleidooi voor veredeling van de ziel verschijnt als aflevering 98.2 in de reeks Annalen van het Thijmgenootschap.