Jaargang: 104
De nieuwe Zorgverzekeringswet is ruim tien jaar van kracht en we zien langzamerhand de gevolgen ervan doorwerken in de maatschappij. De aanleiding tot de nieuwe wet was vooral ingegeven door het niet meer in de hand kunnen houden van de uitgaven voor de zorg. Op termijn zou dit het koopplaatje van de burger negatief beïnvloeden. De gedachte was dat ‘marktwerking’ in de zorg het antwoord zou kunnen zijn, als een middel om de kosten ervan te kunnen beheersen. Verhoging van de kwaliteit van zorg staat daarbij hoog in het vaandel, omdat dat uiteindelijk maakt dat de patiënt de hoogste kwaliteit wil en bewuste keuzes zal maken.
In De euro in de spreekkamer wordt uiteengezet hoe de ontwikkeling naar het nieuwe zorgsysteem de afgelopen eeuw heeft plaatsgevonden. Waarop is in het huidige systeem de relatie tussen de patiënt, de arts/het ziekenhuis en de zorgverzekeraars gebaseerd? Is dat solidariteit of slechts een kwestie van economisch denken? De kosten van de gezondheidszorg zijn nog steeds een grote last voor de gemiddelde burger en nemen jaarlijks toe. Dan komt ook de vraag naar voren of de nieuwe wet, hoe goed zij ook is bedoeld, geen collateral damage tot gevolg heeft. Wat te doen als de prijs van een behandeling te hoog wordt? Lage inkomensgroepen vallen gemakkelijk uit de boot. Is het bedachte systeem wel rechtvaardig? Is er een voor iedereen gelijke toegangsmogelijkheid tot kwalitatief goede zorg of dreigt er tweedeling te ontstaan? Wat zijn de gevolgen voor de patiënt als een budget wordt overschreven?
De euro in de spreekkamer verschijnt als aflevering 104.3 in de reeks Annalen van het Thijmgenootschap. De bundel bevat naast een redactionele inleiding bijdragen van Karel-Peter Companje, Marion Reinartz, Anneke Kramer, Marcel Becker, Maaike Haan, Patrick Jeurissen, Gert Jan van der Wilt, Jaap Deinum, Baziel van Engelen, Nicole Kien en Martin Buijsen.