thijm_91-3

91

We discussiëren de laatste tijd wat af over de islam. Flinke, inmiddels politiek correcte uitspraken over deze monotheïstische wereldgodsdienst zijn niet van de lucht: een primitieve woestijncultuur, een antimoderne godsdienst zonder enige vorm van Verlichting, zonder scheiding tussen kerk en staat. Menig ‘deskundige’ geeft zijn of haar opvattingen ten beste op radio en televisie. Vooral na 11 september 2001 is er een opmerkelijke eensgezindheid in het oordeel dat de westerse, christelijke cutluur superieur is aan de oosterse, islamitische godsdienst en cultuur. 

We spreken en oordelen met schijnbaar gemak over een hele godsdienst en cultuur die een geschiedenis heeft van veertien eeuwen, talrijke stromingen kent en meer dan een miljard aanhangers heeft. De meesten van ons weten maar weinig over de islam, die toch nauw aan onze eigen traditie van jodendom en christendom verwant is. De islam is met recht een vreemde verwant of een verwante vreemdeling voor velen in de westerse wereld.

Vreemde verwanten? neemt daarom uitdrukkelijk de godsdienst van de islam als invalshoek en kiest daarbij de vergelijking met het christendom als belangrijkste leidraad. Vanuit een beschrijving van de theologische basis van de islam, van de geschiedenis van de dialoog tussen islam en christendom, van de mystieke bewegingen binnen de islam en van de islamitische kunst, wordt pas de overgang gemaakt naar wat deze godsdienst leert over vrouw en seksualiteit enerzijds en over politiek en de verhouding van politiek en godsdienst anderzijds. 

Vreemde verwanten? verschijnt als aflevering 91.3 in de reeks Annalen van het Thijmgenootschap, in Vlaanderen bij het Davidsfonds.