98
‘Daarom prijs ik altijd de macht en de kracht van de liefde zoveel als ik kan’ – Socrates, in Plato’s Symposium.
Wat is toch die liefde – eros in het Grieks – die de grote wijsgeer Socrates zo hartstochtelijk prijst. Kort gezegd: ons verlangen naar schoonheid, in al haar lichamelijke maar vooral ook geestelijke verschijningsvormen. De lofzang op de eros in Plato’s beroemde dialoog Symposium uit de vierde eeuw voor Christus heeft een ongekende doorwerking gehad in de Westerse cultuur en filosofie. Zelfs nu, tweeënhalfduizend jaar later, blijft de tekst ons intrigeren en inspireren.
In dit boek wordt het spoor gevolgd dat het eros-begrip door het westerse denken trekt, vertrekkend bij Plato en de neo-platoonse filosofen, via denkers als Augustinus en paus Benedictus XVI, naar moderne filosofen als Nietzsche, Bataille, Iris Murdoch e.a. Aan de orde komt ondermeer de spanningsverhouding tussen de Griekse begerende liefde van de eros – door de kerkvaders geduid als natuurlijk verlangen van de mens naar God – en de zichzelf schenkende liefde van God, waarover de bijbel spreekt (agapè).
Het boek biedt een breed en boeiend palet van bijdragen over de ongehoorde zeggingskracht van Plato’s Symposium door de eeuwen heen.
Eros in de westerse cultuur verschijnt als aflevering 98.3 in de reeks Annalen van het Thijmgenootschap.